De eerste kilometers fiets je eerst door het Giels Bos en daarna door het Grotenhoutbos. Op weg naar de vallei van de Aa ruimen de bomen plaats voor beemden en weilanden. De watermolen van Tielen is de meest fotogenieke halte langs de Aa.

Daarna wacht de Kempense Heuvelrug. Die flinke richel in het landschap scheidt de vallei van de Aa van deze van de Kleine Nete. In de anders zo vlakke Kempen zorgt de heuvel voor wat reliëf. Je fietst er over beboste landduinen. Mis midden in het bos de afslag naar de Toeristentoren niet. Via 112 treden beklim je de houten toren tot op het uitkijkplatform. Je kan er tot dertig kilometer ver turen.

De Grote Markt van Herentals bereik je twee kilometer verderop. Midden op het marktplein staat de lakenhal met belfort: hét bewijs dat Herentals in vroegere tijden een welvarende en invloedrijke stad was. De Zandpoort en de Bovenpoort zijn restanten van de middeleeuwse omwalling.

De samenvloeiing van Kleine Nete en Aa gebeurt bij de oude watermolen van Grobbendonk. Daarna richt je je kompas opnieuw noordwaarts. Je fietst nog door twee dorpskernen, Vorselaar en Lille. Voor het overige is het al platteland wat de klok slaat. Akkers, beemden en op tijd en stond een pluk bos.

Rond de kerk van Lille liggen er enkele brasserieën die je de laatste kans bieden om eventuele dorst te laven. Doe je dat niet, dan is het meteen doorfietsen tot De Lilse Bergen. Nog even kronkelen door de open ruimte tussen Lille en Gierle en De Lilse Bergen duikt weer op.