Fiets naar de windmolen van Gierle

Je fietst eerst door Het GielsBos. Aan de overzijde van de E34 bereik je het grotere Grotenhoutbos. In 1667 plantte boswachter Adriaan Ghijs hier de eerste den in de Kempense zandgrond. Het bos zelf gaat nog dieper terug in de tijd, maar die eerste den was echt wel een keerpunt. Dennen zijn immers geen inheemse bomen in de Kempen. De soort bleek echter goed te groeien in de weinig vruchtbare zandgrond van de Kempen. Door de grote vraag naar hout voor de mijnbouw kende de bosbouw in de Kempen vanaf het begin van de 20e eeuw een nieuwe bloei. Voor het stutten van de mijngangen had men immers massa’s balken nodig.

De route neemt je daarna mee naar de vallei van de Aa. Het riviertje heeft een roestbruine kleur. Dat komt door het ijzermaal of de ijzerhoudende ondergrond.

Dat de dorpskern van Gierle beschermd is, verbaast je niks. De kerk, met het oude ommuurde kerkhof en een tros kastanjebomen, het oud-gemeentehuis met de oude dorpspomp en enkele beschermde dorpswoningen zijn stuk voor stuk fotogeniek. Op het binnenplein van de oude jeneverstokerij (naast de kerk) verwelkomt een zomerbar dorstige fietsers. Op andere momenten is er altijd nog de oude herberg In den Eik.

De blik- en windvanger van Gierle is In Stormen Sterk. Zo werd de windmolen gedoopt. Op dezelfde plaats stond er al in 1499 een windmolen. Boven de toegang lees je het jaartal waarin de huidige molen opgericht werd: 1837. Elke laatste zondag van de maand openen vrijwilligers de molen.
Waar een windmolen staat, kan het flink waaien, ook voor fietsers. Gelukkig is het recreatiedomein De Lilse Bergen nabij.